A WALK IN THE RAIN

Buiten regende het. Voor een seconde werd ik verblind door licht.. Weer een paar seconden later hoorde ik een enorme knal. De regen viel sneller naar beneden, en de druppels kletterde tegen het dak. Hoewel ik normaal gesproken diep in mijn dekens gedoken zal liggen, lag ik nu midden in mijn kamer uit het raam te staren. Te staren naar hoe de druppels langs mijn raam naar beneden gleden en hoe de bliksemflitsen keer op keer mijn kamer verlichten. Ik voelde een druppel, even had ik het gevoel of ik daar buiten in de regen stond. Maar het was een traan. Zo diep in gedachten, ik had niet door dat ik hier al uren huilend naar buiten zat te staren. Het leven leek tijdloos, bijna alsof het geen zin meer had. Maar toch vermaakte ik mezelf door te kijken naar de buitenwereld. Ik dacht bij mezelf hoe raar het daarbuiten was. Maar raarder vond ik nog het leven zelf, de wereld, de mens.

Op de achtergrond hoorde ik muziek, het was van een piano. Ik overweegde om op te staan, om te gaan kijken waar het geluid vandaan kwam. Maar ik was verlamd. Hoelang speelde die muziek eigenlijk al? De muziek klonk harder en harder, het was prachtig. Het raakte me.

Ik merkte dat ik de kamer uitliep en zonder er ook maar bij na te denken liep ik op de muziek af. Ik kwam een lege kamer binnen. Leeg, op een piano en een jongeman na. Wat me opviel was dat de kamer heel licht was, er waren veel ramen. En hoewel het donker buiten was, leek het alsof de zon er scheen, alsof iets die kamer verlichtte. Het was haast alsof deze kamer niet bij dit huis hoorde, of beter gezegd niet in deze stad. De jongeman leek zich niet aan mij te storen, hij speelde gerust de prachtige melodie verder. Eerst waande ik mezelf door de kamer. Toen ik de jongeman van dichtbij bekeek zag ik dat hij bijzonder aantrekkelijk was, anders. Ik overweegde om naast hem bij de piano te gaan zitten, maar ik durfde niet. Ik was bang dat dit een droom was, alles voelde zo goed. Ook in deze kamer maakte het uitzicht vanuit de ramen plaats voor de donkere regendruppels. Maar in deze kamer leken het net kristallen.

En daar zat ik nog eens uren. Deze nacht leek wel jaren te duren, want het was immers nog steeds donker buiten, maar voor mij hoefde deze nacht nooit meer te eindigen.

Toen de eerste zonnestralen de kamer binnenstroomde hielt het pianospel op. De jongeman keek me recht aan, ik zat inmiddels naast hem op de vloer. Hij bleek nog aantrekkelijker dan dat hij al was. Hij lachte, en al meteen hield ik van zijn lach, het raakte me net zoals zijn pianospel deze nacht gedaan had. Ik lachte terug, en ging naast hem zitten. Hij vroeg me of ik van het weer hield, en ik vertelde hem dat ik er de afgelopen nacht geen moeite mee heb gehad. Hij lachte, dezelfde aantrekkelijke lach als net, en ik lachte weer terug.

Inmiddels onweerde het niet meer, de zon scheen, maar het regende nog even hard als de afgelopen uren. Opeens stond de jongeman op, opende de glazen deuren van de kamer, en de buitenlucht vulde de kamer. Ik deed mijn ogen dicht, en vulde mijn longen met de ochtendgloren. En opeens pakt zijn hand de mijne… Binnen een paar seconden stonden we buiten, in de hozende regen, en het was perfect. In de verte, nog over de horizon, zag ik een regenboog verschijnen.

0 Comments

Follow Me On Instagram